Advertisement

Tussen de regels van de ochtend

Er zijn ochtenden waarop het nieuws niet alleen gelezen maar ook gedragen moet worden, als een jas die nog warm is van een onbekende. De stad schuift haar gordijnen open: ramen beslaan, koffie pruttelt, iemand vouwt de krant alsof daarbinnen een weerbericht voor de ziel verborgen ligt. Ik luister naar de zachte knars van banden op natte stenen en vraag me af hoeveel we echt weten, en hoeveel we slechts aannemen, omdat het verhaal vandaag zo begint en morgen misschien anders eindigt.

De echo van het heden

Koppen waaien als vlaggen in een wind die geen richting kiest. We bewegen ons erdoorheen, bukken, strekken, lezen, bewaren. In de plassen na de nacht weerspiegelen gevels zichzelf en verandert de horizon in een vraagteken. Tussen cijfers en citaten zit stilte, een ademteug die besluit of er nog ruimte is voor nuance. De stad ademt terug, met trage wolkjes die boven de grachten hangen, en ergens, achter halfgeloken luiken, wordt een zin herschreven die heel even zachter klinkt.

Tussen regels en adempauzes

Ik denk aan de kleine dingen die ons ankeren: een knikje bij de bakker, de geur van sinaasappel op een koude stoep, de bel van een fiets die geen haast heeft. Er is een ritme dat buiten de actualiteit tikt, ouder dan controverse en jonger dan wantrouwen. Misschien is het de manier waarop we elkaars mondhoeken lezen in plaats van de headlines, hoe we besluiten een vraag langer vast te houden, als een steen in de hand, en te voelen wat gewicht is en wat louter glans.

De kleine dingen die blijven

Vandaag laat ik het nieuws niet alleen vertellen wat waar is, maar ook waar ik ben. Mijn voetstappen tekenen een route die meer op luisteren lijkt dan op lopen. Waar iemand een deur openhoudt, waar een hond zijn natte vacht uitschudt als om de dag opnieuw te beginnen, daar vindt de betekenis een stoel aan tafel. We zitten naast elkaar als onbekenden in dezelfde zin en merken dat stilte soms beter doet dan een luid gelijk.

En als de middag zijn licht anders legt, zie ik hoe de wereld niet minder breekbaar is dan vanochtend, maar misschien wel beter gedragen. We hebben weinig nodig: een open hand, een traag woord, het geduld om niet meteen te besluiten. Tussen de regels van de dag groeit een smalle tuin, genoeg voor een spriet hoop en het besef dat aandacht een vorm van dapperheid is. Dat is wat ik meeneem, onopvallend en toch onmiskenbaar.