Ik werd wakker met een kort bericht: de stad hield even zijn adem in. Geen alarmsirenes, geen grootse verklaring, slechts een hapering in het ritme van onze dagen. De meldingen gloeiden op als kleine vuurtjes op mijn scherm, maar in de kamer was het stil. Buiten trok een matte ochtend over de daken, en ik dacht aan hoe vaak het nieuws de sluier optilt over wat we toch al voelen: dat alles fragiel is, dat alles voortgaat.
Tussen de regels
Er was sprake van vertragingen, van systemen die wakker moesten worden zoals wij: schokkerig, onwennig, zoekend naar cadans. Het klonk als een voetstap die even struikelt, en juist daarom hoorde ik het duidelijker. We lezen cijfers, zien grafieken, en toch gaat het zelden over de trage terugkeer van vertrouwen, over de manier waarop iemand de deur alsnog achter zich dichttrekt en besluit op weg te gaan.
Misschien is elk nieuwsbericht een spiegel met ruwe rand. Het snijdt een randje van onze aandacht af en laat het vallen in het water van de dag, waar kringen uitzetten. Soms zijn die kringen luid en onstuimig; soms raken ze slechts een raamkozijn, een hand die de mok wat steviger vasthoudt. Tussen de regels leert stilte spreken.
De adem van de stad
In de straten hangt de adem van gisteravond nog. Bussen zuchten langs, koffie ruikt naar belofte, en iemand glimlacht tegen een onbekende omdat de wachttijd langer is dan gedacht. Het is een klein verzet, dat glimlachen, een gebaar naar het mogelijk maken van vandaag. Ik stel me voor hoe wegen zich langzaam weer uitrollen, hoe vensters oplichten, hoe de stad haar schouders rolt en zegt: vooruit dan.
Het nieuws is een momentopname, maar wij zijn de tijd ertussen. We herhalen onze kleine rituelen, we vouwen de dag uit als een brief die we willen begrijpen. En terwijl de koppen rondzingen, kiezen wij waar we onze aandacht laten rusten: op wat misging of op wat desondanks lukte.
Wat blijft
Ergens, in een gang met tl-licht, stopt iemand even om te luisteren naar zijn eigen hartslag. Buiten glijden druppels van een balustrade, een kind telt ze fluisterend na. De systemen zoemen weer, de lijnen sluiten aan, en toch blijft er iets achter: de herinnering aan het korte haperen dat ons zachter maakte. Misschien is dat de werkelijke kern van het bericht van vanochtend: dat we, heel even, leerden hoe stevig het kwetsbare kan zijn.


















